Er is iets mis met mij...
In het leven van alledag loop je er zomaar tegen aan. De gedachte dat er iets fundamenteel mis is met je. Omdat je steeds dezelfde ondermijnende gedachten hebt, of omdat je alsmaar dingen uitstelt, of omdat je bang bent om voor jezelf op te komen, of omdat je vaak somber bent of een kort lontje hebt.
De aanleiding voor deze gedachte kan oneindig zijn. Wat wij mensen gemeenschappelijk hebben is dat we er in periodes allemaal tegen aan lopen. De gedachte dat er iets fundamenteel mis is met ons. 
Jammer toch dat we dat eigenlijk niet van elkaar weten. Als we in staat zouden zijn hierover met vertrouwden en dierbaren om ons heen te spreken, zou een groot deel van onze destructieve gedachte al wegsmelten. Gewoon omdat we dan snappen dat het bij het leven hoort en iedereen daar dus onder lijdt, van tijd tot tijd.
De onderliggende oorzaak van deze gedachte is vaak angst. Angst dat we afgewezen worden en niet goed genoeg zijn. Deze angst brengt ons in een bewustzijnsversmalling. Eigenlijk een soort tunnel waarin we onszelf van binnen opsluiten, terugtrekken en het zicht op de gemeenschappelijkheid, de werkelijkheid en menselijkheid verliezen. Als we de angst om laten slaan in paniek hebben we geen toegang meer tot onze heelheid en kracht.
Allemaal zijn we vroeger of later gekwetst en afgewezen. Ons overlevingsmechanisme heeft dit goed opgeslagen en wil dat niet nog eens laten gebeuren. Dus wijzen we onszelf af en gaan ons terugtrekken uit angst voor de volgende klap....die meestal niet komt. Bovendien, in het verleden waren we ook niet voorbereid op deze plotselinge afwijzing en kijk hier, we hebben het overleefd. Wat we dus doen is ons indekken en voorbereiden op een slag die wellicht nooit komt en als hij komt, overleven we hem toch. 
We gaan het leven uit de weg uit angst voor de pijn van de afwijzing. De enige weg uit die angst is, hoe verwarrend ook, de verbinding met de ander aangaan. De angst er maar gewoon laten zijn, onder ogen zien en deze verduren. Als we getuigenis zoeken van onze angsten, deze aan het daglicht brengen, kan de verbinding en de gedeelde menselijkheid de angst heel langzaam doen zakken. Met zelfcompassie kunnen we ervoor zorgen dat de pijn niet omslaat in lijden. Niet dat een kwetsuur dan verdwijnt of nooit meer opgelopen wordt, maar we richten ons leven meer in vanuit vriendelijkheid naar onszelf, vrijheid, en overtuiging in onze eigen kracht, dat we deze kwetsuur te boven zullen komen. Zo hoeven we ons niet met onze angst te identificeren. We kunnen kiezen met wie we onze existentiële angsten delen. Iemand die we vertrouwen. Uit de omgeving of juist niet.
In de opstelling kijkt ze in de gapende leegte van het ouderlijk contact. De eenzaamheid, en de angst die niet te kunnen dragen, maakt dat ze weg wil. "Blijf maar" zeg ik. "Ik houd je vast. Kijk maar naar je moeder." Langzaam rechten haar benen zich en haalt ze een diepe teug adem. Zo, in het contact met de veiligheid, kon ze blijven, én kijken, én helen.
Je bent welkom, met wat er is.

Ik wens je een fijne kersttijd met wellicht de kans om te ontdekken dat er niets mis is met je.
En natuurlijk een goeie start van het nieuwe jaar!
Hartegroet! Ineke Gorter